Ontwerp & Bouw

Aangezien het gemeentehuis aan de Achterweg te klein is geworden, teveel onderhoud behoeft en slecht bereikbaar is, besluiten de wethouders op 22 maart 1898 een optie te nemen op een stuk grond in het villapark (het latere Wilhelminapark). Burgermeester De Kempenaer, die in het buitenland verblijft, betuigt schriftelijk zijn instemming. In een geheime vergadering wordt de raad op 9 april 1898 geïnformeerd.

De eerste locatie (bij de sloot) wordt spoedig ingeruild voor een goedkopere bij de vijver. Het college denkt maximaal 1700 m2 (à f 1,25) nodig te hebben. De raad is enthousiast over de besparingen. De kosten van de bouw worden op
ƒ 10.000,– geschat.

De raadhuizen van o.a. Bussum, ’s Graveland, Noordwijk en Hilversum worden bezichtigd. Besloten wordt de laatste (architect W.M. Dudok) als voorbeeld te nemen. Hierna wordt opdracht gegeven tot ontwerp en tekening aan de architect H.J. Jesse, welke de kosten begroot ƒ 14.000,–. De raad gaat met 5 tegen 2 stemmen morrend akkoord met een maximum budget van ƒ 14.500,– aangezien er geen beter plan te verwachten is, tenzij men gaat verkleinen.

Op 7 december 1898 besluit de raad tot aankoop van grond in het nieuwe villapark-in-aanbouw (Wilhelminapark) en op 23 juni 1899 vind de koop daadwerkelijk plaats bij de notaris tegen een bedrag van 1.420 gulden. De grondkosten worden onder meer betaald met een lening van ƒ 1400,– afgesloten bij mw. Rueb-Gleichman, schoonmoeder van burgermeester De Kempenaer.

Op 19 april 1899 stelt het college vast dat alle inschrijvingen voor de bouw het budget verre te boven gaan. Het werk wordt niet gegund. De drie laagste inschrijvers worden verzocht opnieuw in te schrijven op een bijgesteld plan. Uiteindelijk wordt het werk gegund aan Verhoog te Leiden, voor ƒ 14.709 (in waalsteen). Om de bouw te kunnen bekostigen wordt een lening van ƒ 15.000,– (30 jaar, 4%) aangegaan. Daartegenover zou de opbrengst van de verkoop van
het oude Raadhuis staan. De bouw startte in 1899 en op 28 februari 1900 werd het feestelijk geopend.

De bestektekeningen bevatten een raadhuis, maar ook een school, een woning en zelfs ruimte voor de brandweer. Het in rationalistische stijl opgetrokken gebouw vormt een markant punt in Oegstgeest. Het heeft strakke gladde rode bakstenen gevels die alleen doorbroken worden door muuropeningen. Decoraties zijn zo goed als achterwege gelaten. Reeksen van rechthoekige vensters in rondbogige muuropeningen hebben verschillende afmetingen en vormen. Het enige decoratieve element in de gevels is de rondlopende waterlijst van groen verglaasde profielsteen.